Ik zie niets
mijn ogen zijn dichtgeplakt met taaie lijm
mijn lippen zijn verschroeid door
het vuur dat zich in mij huist.
Harde stemmen schreeuwen
in mijn hoofd, moe
zijn mijn ledematen
van het bloed dat in mijn aderen kookt.
Ik geloof in de hogere zielen
met hun fluisterende stemmem vol eenvoud,
want hoe kan ik leven in die tweestrijd
van liefde en afkeer.