De rust de stilte sluit zich
als een dichte mist zo om haar heen.
Daar zit ze dan in haar eentje
helemaal alleen
Ze hoort niet eens de
geluiden van de zee.
En de wind blaast als een treurige
muziek om haar hoofd
Ze voelt zich leeg,
koud
en langzaam vloeit alle kracht
uit haar lichaam vandaan.
Met haar gezicht
helemaal
nat van tranen.
Voelt ze een arm om
Haar schouder
Ze weet wie het is
Hij bied troostend zijn arm
En heel langzaam wordt
het binnen in haar
weer
een beetje warm
Hij zegt niets en ieder met
onze hun gedachten
staren ze naar de golven van de zee.
Dan pak hij haar hand
en op blote voeten loop ze
door het koele natte zand met hem mee.
Wetend dat ze
altijd iets voor elkaar
blijven voelen.
Maar weten nu ook
dat liefde zo betrekkelijk is
en zo breekbaar
En dat het zomaar
Zoals het water van de zee
Alles achter je kan weg spoelen.