we reden op de fiets en zwegen
allebei,ik zei niets
en jij keek
niet naar mij.
mijn wangen werden kil
mijn voorhoofd floeiend heet
ik had zin om uit te barsten en te zeggen
dat et me speet
maar de woorden waren gedachten
en deden pijn
ruzies kunnen kwetsen
ook al zijn ze nog zo klein