De klamme voorpagina van Het Volk ligt op mijn benen.
Om het kwartier piepende remmen van stoppende metro's.
Ik haal mijn middagmaal eigenhandig uit de vuilnisemmer.
Talloze rijke ogen gunnen mij en de anderen geen aanblik.
Ik denk te negatief.
Mijn laatste naald in mijn arm.
Een warme gloed tintelt tot in mijn tenen.
Ik kruip weer onder mijn heerlijk zachte lappendeken.
De stille achtergrondmuziek van de rails maakt me slaperig.
Naast me liggen de restjes van een lekkere koude schotel.
Niemand stoort me.Men laat me met rust.
Ik ben een volwaardig persoon.
Denk ik.
Voor even.
Ik sluimer.
Slaap.