Mijn denken strekt niet verder dan woordlengtes,
woorden lijken vast te zitten aan m'n gedachten.
Mijn denkwereld is niet groter dan mijn kleine teen
en m'n toekomstvisie heeft slechts de omvang van m'n pink.
Ik probeer mijn hand uit te strekken naar verruimende gedachten,
maar kom niet verder als m'n ringvinger.
Ik zit geblokkeerd in m'n eigen leefwereld,
zonder mensen die daarvoor kunnen zorgen
door hun zeggen, denken, doen.
Mensen wijzen me hoe ik m'n leven moet lijden,
leven mijn leven voor me.
Met hun duim drukken ze me op de feiten,
keer op keer, wanneer ik ze niet wil zien,
-beter niet kan zien-.