Mijn hazelbruine haren
vegen de tranen weg
dit zal me niet bedaren
want het verdriet blijft
De snelle veeg van de lokken aan mijn hoofd
was slecht schijn
Een vage vriend
begeeft zijn handen naar mijn gezicht
al heeft ze het echt niet verdient
ze troost enkel mijn buitenkant
ikzelf blijf onaangeraakt
pijn gedaan
Roekeloos fiets ik terug
aan het einde van een andere leefloze dag
in gedachte spring ik van die brug
of van dat gebouw
maar doordat mijn lijf hier moet blijven
wordt ik gevangen in deze wereld
Staar met die zelfde vriend
over het water bij ons plekje
als ik als jonge puber zo heb gegriend
denkt de vriend naast me niets
ze blijft zitten op haar fiets
het doet haar wat, zegt ze
maar het is allemaal schijn...
het heeft niet zo mogen zijn...