in het park, aan de rand
waar vijver gras wordt
staat een oude man
naast het ‘niet zwemmen’ bord
zijn takken raken bijna
het altijd vochtige gras
zijn kleur is door de tijd vervaagd
en in zijn vergeelde ogen
is het dat ik leed lees
maar hij geeft mij de wijze raad
dat ik ook naar zijn blaadjes
kijken moet en de groenheid zien
en hoe hij in het leven waadt
de felle groene blaadjes
de nieuw opschietende takken
en de diepe hakken
wat is de conclusie ?
volgens mij,
een simpele geest
is hij altijd geweest
en nooit gestopt
voor de vreugde
die op hem knopt