het ontegensprekelijke spreekt zich uit
Om de binnenste stilte te verbreken
In een hard geruis van onzekerheid
Achteloos Slaat het toe
Je hart bevriest in het meer van gevoeligheid
Een lichte bries waait door mijn hart
Opgelucht van vreugde
ik Zie je weer
Je zachte soepele hand
Het raakt me
Maar niet in mijn hand
Wel mijn verstand
Versta de woorden van mijn onvermogen
Om weer te praten in verstaande woorden
De hoogspanning loopt in me op
Die zal ik moeten aarde
Niet bij jou
Zal ik aarde
Want mijn vriend zou mij haten