Spijt, voor alles.
Spijt, voor balles.
Spijt, voor wat er is gebeurt
Spijt, omdat ik tegen je heb gezeurt.
Spijt, voor alle pijn.
Spijt, het mag niet zo zijn.
Spijt, voor al het verdriet.
Spijt, nee het mag niet.
Spijt, want ik deed raar.
Spijt, het is echtwaar.
Spijt, voor al wat ik heb gezegt.
Spijt, ik meen het echt.
Spijt, soms ben ik alleen.
Spijt, met niemand om me heen.
Spijt, want hier ben ik dan.
Spijt, wat komt? Alles kan.
Spijt, door maar 1 persoon.
Spijt, is alles dan zo gewoon?
Spijt, maar 1 gevoel.
Spijt, weet je wat ik bedoel?
Spijt, waarom moet alles zo gaan?
Spijt, waarom is hij heen gegaan?
Spijt, omdat ik moet leven.
Spijt, sommige dingen doen me beven.
Spijt, waarom is alles zoals hier?
Spijt, alles blijft staan op een kier.
Spijt, want ik wou hier weg.
Spijt, bij elk woord dat ik je zeg.
Spijt, ja weer elke keer.
Spijt, telkens meer en meer.