hoe het leven alles verbleekt,
zelfs ons.
en al dat nestelen
en lichamen die veel te moe zijn
en een vreemde die in me zweeft.
's nachts naar je willen kijken
en het 's morgens moeten doen.
maar misschien is het mijn lot
het wrede lot van een maankind
het laat alles verbleken
tot onwezenlijk mooi zilver weliswaar.