Doos vol gedachten
Ik bewaar een doos in mijn gedachten
en daar zit echt vanalles in.
En alles wat ik nodig heb
komt daar zo maar uit
zonder dat ik hoef te wachten.
Zo zijn in mijn gedachtendoos
grappig kleine handjes
die alles pakken wat ze zien.
Die vrolijk zwaaien
en de poes haar oortjes aaien.
Die zo maar wuiven van plezier.
Je zorgeloos om hun vinger draaien.
Zo zijn in mijn gedachtendoos
blauwe ogen
van verbazing, stralend groot.
Die zien in 't putje van mijn ziel
en als ik droevig ben,
kijken die ogen zo naar mij
dat ik echt niet anders kan
dan weer van de dag genieten
zorgeloos en blij.
Zo zijn in mijn gedachtendoos
ook voeten.
Alletwee stevig op de grond.
Maar soms, ineens,
komt één voetje van de vloer
en maakt een sierlijke pirouette.
Tot ik met tranen schaterlach.
Maar tegen die tijd staan de voetjes
alweer mooi naast elkaar.
Klaar om op stap te gaan.
Altijd klaar voor plassen
en voor trappen.
Zo zijn in mijn gedachtendoos
een pruillip en een blije mond
een mond vol chocola of soep
een duimpje erin bij 't slapengaan.
De mond staat met een zoentje klaar
elke dag, zoveel je wil
Maar soms
om je te laten schrikken
slaakt die een vreselijke gil.
Maar meestal is 't een lieve lach
die uit die doos komt, elke dag .
Zo zit er in die doos een navel
die ik proestend zoen in bad.
Zo zit er in die doos een neus
vol zomersproeten en vies als wat.
Zeker vergeten te vegen?
Maar ach, het kan me wat.
En ook nog kuiltjes in de wangen
die door hun guitigheid
ieders aandacht vangen.
Zo is er ook een open
oprecht en eerlijk
heerlijk hart.
En als alles in de wereld
mij nu ontnomen wordt
zal er steeds de doos nog zijn.
Als er mensen zijn die zeggen
draag die pijn niet met je mee.
Dan zeg ik ... neen ...
De pijn is weg
maar mag ik dit nou koesteren
strelen ... dragen
tot het einde van mijn tijd.
Want deze doos en mijn gedachten
zijn voor een kind van zeven jaar
dat nu bleek en stil
moet liggen rusten voor altijd.
25 juni 2003