glimlach verstarde
een man met diepe groeven
in zijn gelaat
ijzig grijze ogen
rauwe stem die roept
brult zich schor
om rechtvaardigheid
in deze man
is elke tederheid gedood
misschien ook nooit geboren
zijn glimlach verstarde
tot een grijns,zijn mond
in mis-tevredenheid omlaag gebogen
zijn handen vergroeiden
tot vuisten die op tafel slaan
zijn ogen zijn koud
maar gloeien intens
van ongenoegen om de wereld
van ongenoegen om zichzelf
dit is een man aan wie je
je handen en je ziel verbranden kan
toch denk ik
met een zekere liefde
aan deze mens
door zelfgezochte eenzaamheid
van alle vriendschap afgesneden
toch denk ik
met een zekere liefde
aan deze mens
deze gevoelswoestijn op zoek
naar een druppel van genegenheid
die hij zelf
zonder het te weten
zal verschroeien en verdampen
voor het zijn doel heeft bereikt
omdat hijzelf
misschien zonder het te weten
de oorzaak is
van dit liefdeloze leven
5 september 2003