Mijn zoon, geef Mij uw hart
De zomernacht werd zwart,
toen, zacht en duidelijk klonk er
een klare stem door 't donker:
Mijn zoon, geef Mij uw hart!
Ik aarzelde... verward...
Was het de wind die zoefde?
En weer zei, maar bedroefder,
de stem: geef Mij uw hart!
Ik wrong mij op de grond,
tot ik de woorden vond:
Heer, 't moet door U genomen!
En nog eens overviel
die stille stem mijn ziel:
daartoe ben Ik gekomen.