Vol triestheid kijkt men
Naar de zon, opkomend
En neergaand als
De ademhaling die
Men noodgedwongen neemt
Stralend en rood
Een lichtstraal, dan donker
Een snik wordt gehoord
Gevolgd door een lach
Met de ogen opwaarts
Vogels klappen met
Hun vleugels, zwevend
Stralend en rood
Een lichtstraal, dan donker
De wind waait sober
Als een intieme streling
Rond uitgeslagen armen
Men kijkt even en
De adem ingehouden
Stralend en rood
Een lichtstraal, dan donker
Een aanloop en een val
Dan slechts nog dood