Ik zat vermengd in jou ziel,
in je gedachten verklamd,
nooit meer loslatend,
verwarmd en veilig.
1 Stap zette ik buiten jou, heel even,
het was er koud,
een bewolkte hemel, een verregende zon
en een verdord landschap.
Zachtjes kwam ik naar jou terug,
maar je poortje was dicht,
vergrendeld voor mij.
Ik heb urenlang tegen gegooid en gewacht,
Maar je hebt me buitengesloten
uit je hart.
** 4 december 2003 **