't maakt je nerveus en vies,
d'er was iets dat je voorheen niet zag
maar nu, zoals grijze wolken voorbijschuiven
en de winterzon nog meer verkoelen,
staar je naar stilstaande eendjes
die krinkels peddelen op het stilstaande water,
een molen aan de overkant van 't meer,
met opgeheven wanhopige wieken ten hemel,
een klokje dat weeklaagt in de verte om lege kerken,
je hebt iets of iemand nodig
alleen, wie, wat of waarom ?
't is misschien de secretie
van één of andere duivelse klier,
die jaagt door je bloed als een razend dier,
en kijk, platgetreden grashalmen
richten zich kranig op als schichtige spichten
en in de hof van eden staat vreemd onkruid,
veel meer dan je nodig hebt om te helen,
nadat je zielsziek bent geweest
van liefde te houden,
jezelf erom vervloekte en verloor,
want alles went,
tenzij erkennen hoe hulpeloos je bent,
maar dat kan je met niemand delen.