De koppen staken bij elkaar
We vreten van het groen, gegroeid dank zij de kunst van mest
op velden schoon en vreugdeloos, ontdaan van akkerkruiden,
die brengen valse vruchten voort, ‘ haast op perfectie duiden
zo mooi, maar smakeloos als hooi dat vee des winters rest.
We vreten van het vlees, door hormonen opgemest
in boxen of in kratten, het pluimvee in de batterij.
Geen varkenshaas zag ooit een kot, geen runderlap de wei
en ‘t ei is danig blij dat het nog leeft, ondanks de vogelpest.
De koppen staken bij elkaar, jawel de hele buurt
en zo is er door bod bij bod een mooi stuk land gehuurd
aanpalend aan de tuinen achter onze woningen
nu voelen w’ons gezamenlijk als agrarisch koningen
want als ons plan lukt moet je weten
kan volgend jaar de hele buurt biologisch eten.
Koos 9-12-2003