Gevangen in een kooi,
lijkt mijn leven verder te gaan.
Ooit was het leven mooi,
maar nu lijkt het me slecht af te gaan.
Iedereen doet me pijn.
De angst kruipt over mijn rug,
als ik kijk naar het huis van de buren.
Ik maak me heel erg klein,
en denk aan dat moment terug.
Zou hij me nu ook begluren?
Gelukkig is hij nu niet thuis.
Maar toch maakt de gedachte me bang.
Onveilig in mijn eigen huis,
altijd maar herinnert worden aan toen.
Nooit een keer zorgeloos zijn,
alles met DAT in mijn hoofd doen.
Voor mij lijkt het normaal te zijn.
's Avonds in mijn bed,
denk ik terug aan alle verdriet.
En vraag ik me af,
waarom stopt het niet?
Hij is nu gestopt,
maar wat zou er verder komen?
Weer iets wat mij kapot maakt?
Weer iets waardoor ik niet vooruit kan dromen?
Toch zal ik verder blijven gaan,
zal ik me niet laten kisten.
Zal ik op mijn benen blijven staan.
Zal ik blijven vechten,
niet opgeven.
Gewoon door gaan,
tot ik ook gelukkig kan leven.
Hij verdient het niet om mij te verslaan...