Geen zon of maan boven dit veilig paradijs. Veel wolken wel
als een trui. Ook dat moet tot rijkdom gerekend worden.
Somehow.
Stilte overdondert pas echt door: een eend
die schatert naar het donker. Een fietswiel
dat in de warme schaduw dichterbij zoemt.
Het lachen van drank, het liefst ver weg.
Deze stad is niet nep. Hij leeft niet
maar is niet dood. De bomen staan weliswaar
in rijtjes maar ademen wortels en wormen.
Er zijn briesende mensen met grote ogen en longen. De baby’s
uit de buizen zijn even roze (of blauw)
als de baby’s uit de boekjes.
Het water hier heeft minder golven maar is even nat.
Ik denk dat vooral de mieren weinig verschil zien. Zij leven
net zo friemelig in deze artificiële stad.