De trein op maandagmorgen
Is een metalen hart zonder ziel
In de kou van de grijze morgen van de stad
Jij zit binnen in mij
Zacht is jou adem door mijn gedachten
Enorme afstanden lijken ons te scheiden
Maar jouw hart klopt toch dicht bij mij
Wie weet of je aan mij zal denken
Of je nooit met de anderen praat
Of je je verbergt in je gevoel
Je de blikken ontwijkt en er in gedachten niet bij bent
Studeren is nutteloos, mijn gedachten stromen over van jou
De eenzaamheid tussen ons
De stilte binnen in mij
Is de ongerustheid om een leven te leiden zonder jou...
M’n liefste...ik kan niet zonder jou bestaan...