Die banale nacht
In een waalse stad
Kwam ik je weer tegen
Een jaar of tien
Misschien langer was het geleden
Dat we afscheid hadden genomen
En besloten niet meer over elkaar
Te dromen
Elkander dus belogen
Je liep met haar aan de hand
Ik kan het moeilijk vatten
Ik loop nog verloren
In de verzonnen wereld van jouw utopen
We kruisten elkander
En keken elkaar even strak aan
Zoals dat altijd dan hoort schijnbaar
Je herkende me
Ik beangstigde je
Ik, de schim uit het verleden
De straathoer
De slet die je ooit graag zag
Ik gaf je wat je wenste
Stilte
Ik draag de pijn in stilte
Jij draagt de angst heel zichtbaar
Ik ben je lidteken
het bewijs dat het meer was
dan louter een droom