Een nieuwsgierige wind komt zachtjes huilend het dakraam binnen en brengt op z’n tred het weidse klokkengelui met zich mee.
Een achtergrondkoortje van poldergeluiden bestendigt m’n apathische gedachtenvlucht en doet enkele vervlogen dromen als vanouds herleven.
Een aftandse film van jeugdsentiment projecteert zich op de binnenzijde van m’n oogleden, terwijl je eeuwige beeltenis mijn vergankelijke gevoelens begeleidt.
Ondanks het kat en muisspel van geplande ontmoetingen, teer ik verder op sluimerende herinneringen en destijds groots opgevatte plannen.
Zo ver weg en toch dichtbij overleef je onderhuidse twijfels over een schijnbaar onomkeerbare route,
waar je zelf de richting bent kwijtgeraakt.
Ongesproken woorden en gedeelde momenten vloeien keurig samen tot hernieuwde verlangens, die geen van beiden weet te uiten.
Zo weinig antwoorden op massa’s vragen, een knagende onzekerheid en de angst voor het tastbare leven doen de wildste dromen vergaan tot een schier rusteloos gepieker.
Eindeloos ingebeelde gesprekken leggen een laagje eelt op gehavende zielen, die tegen beter weten in niet van opgeven weten.
Gedeelde humor is de bittere smaak van relatieve onmacht en van een fictieve toekomst, terwijl je imaginaire zucht zich verder zet tot een zachte wind…