Daar was dan het einde van de bar
gevuld met splinters van het scherpste
soort, het glas omgevallen nog
Hij stond er vrolijk bij, zijn ellebogen
bloedend rund, snerpend scherp
gevaarte op weg naar een literblik
Ebt weg dan het verdriet in het
afvoerputje van de toog, de waard
zijn tranen tellend in het neuriend
Bestaan dat hij lijdt achter de knoppen
naar de knoppen brengt hersencellen
van wat knappe koppen, draaiend vat
Ons lont vlam vat en scheppend licht
brengt in de donkere nis, het vernis van
het eikenhout glimt groen giftig fel
terwijl wij ons uit de voeten maken hier
Zijn de bitterballen op, het frituurvet
schift zich een weg uit de Tefalpan
insecten kruipen zich schransend een
weg door het lijk van gisteren, de deur
Klettert achter de zucht dicht en
de pas versnelt pas weer als de stad
op adem komt in een seconde of zes
De buren trekken de luifels dicht
de shoarma koud, pita broodjes drijven
richting afvoerput, met mij in hun kielzog
Auteur: Han Sterk | ||
Gecontroleerd door: Firebolt | ||
Gepubliceerd op: 29 juni 2004 | ||
Thema's: |