De dagen verdragen m'n afwezigheid
Rustig als een spinnende kat
Wachtend tot die sprong
Een reflex van vreugde
Opgespannen jagers
Klauwen als wapens, ogen vol vuur
Maar geen haat
Geen haat bespeur ik in die
Kleine zieltjes als ramen van leven
Rennend naar de oorsprong
Van de stilte in m'n nabijheid
De koele geur van de oorlog
Doet me denken aan het afvuren
Van een doelloos geweerschot
Het geluid van hun snelle poten
In het natte gras
Ik hoor het ritselen van de struiken
En verplaats m'n lichaam
Het verschuiven van de zwoele wind
Op m'n naakte huid
Een gevoel dat me de tijd laat bekoren
Langzaam sta ik op
Tergend en bijna zonder beweging
Moet ik me optrekken aan hun steun
En als ik voel dat de hoop vervlaagd
Stort ik weer neer
Om in duizenden stukjes kapot te vallen
Maar ze laten me niet gaan
Door een open raam
Grijpen ze m'n beide handen
En trekken me terug
Om me dan te verwelkomen
In hun wereld
De wereld van liefdevolle jagers
Ze fluisteren me in de oren
Je hebt het gehaald