Hoog naar de bergen richt ik mijn ogen,
Vanwaar komt mijn hulp,waar moet ik heen?
De bergen staan daar,trots en onbewogen,
mijn hulp verwacht ik van de Heer alleen.
Hij die de Hemel en de Aarde maakte,
doet u niet wankelen,zolang je leeft,
De Heer die heel uw leven u bewaakte,
Hij laat niet toe dat u de moed begeeft
Want God is uw schepper, Hij is uw bewaarder,
Hij is de schaduw aan uw rechterhand
Hij, die u 't leven gaf,en die u spaarde,
gaat aan uw zij, staat altijd aan uw kant.
De hitte van de dag zal u niet deren,
de koude van de nacht doet u geen kwaad.
Zijn Geest zal u de goede wegen leren,
waarlangs u gaan kunt, omdat gij daar gaat.
Hij zag u bij het "allereerst" beginnen,
Hij sterkt u als de zorg u overmant.
Strijd mee uw strijd,en doet u overwinnen
en brengt u naar een Beter Vaderland