mijn ogen verdrinken,
in moeheid, gif en kwaad,
ik zie het schip steeds dieper zinken,
weer een boze uitdrukking op het gelaat,
en kwade boze gedachte,
Ik herriner nog fel die tijd die ik alleen maar lachte,
ze zeggen naar regen komt zonnenschijn,
Ben benieuwd wanneer die zonnenstraal en voor mij zal zijn.