Zonder jou ben ik alleen,
Eenzaam,
er is niets aan.
En ik mis je om me heen,
Je lieve lach,
En je weet dat ik ’t meen,
Jij kent mijn beklag.
Gister ging ik naar het strand,
Ik keek uit over de zee,
Met mijn voeten in het zand,
Namen mijn gedachten me mee,
Naar een tijd die beter was.
Een tijd van lachen, zonder pijn.
Een tijd van liefde, samenzijn.
Nu ben je er niet meer.
Het is even wennen.
Het voelt alsof, keer op keer.
Het voelt niet echt.
Ik voel verdriet en ook gemis,
Nu ik in gedachten gis,
Naar waar jij mee bezig bent.
Denk je aan me? Vast!
Denkend aan jou,
Ben ik eenzaam en alleen.
Zonder jou voel ik me nutteloos.
Ik wil je armen om me heen,
En je kussen, een hele poos.
Maar ik weet dat het niet kan,
Dat doet me zoveel pijn.
Ik wacht op het moment,
Dat wij weer blij en samen zijn.