gewikkeld in een jas,
om haar schouder
de loodzware tas,
de wit/bleke huid,
en de botten in de kinderbroek,
die steken priemend uit.
drentelt zij
door de straten van haar hoofd
negeert de sprekende ogen,
kent alleen de dikte
en haar woorden,
die fluisteren in haar oor,
in samenspraak
met haar dood.