In de stilte stromen mijn zilte tranen over mijn verbleekte wangen.
Hoe kon hij nu net díe woorden vinden die mij het diepst zouden kwetsen?
Kende hij mij dan zo goed dat hij mij bewust zoveel verdriet aandeed, of was het eerder een gebrek aan kennis en besefte hij niet hoe diep die woorden zouden aankomen?
Wat het ook was, de woorden zijn gezegd, onherroepelijk, en ze zijn gedoemd om eeuwig tussen ons in te blijven zweven.
Niets kan gezegd of gedaan worden om die woorden ongedaan te maken, want ze kwamen van jou, op een spontaan moment, dus het is iets wat je werkelijk meent.
Heb je dan zo'n lage dunk van ons?
Heb je dan nooit gemerkt hoeveel ik voor je deed, terwijl al de anderen het al hadden opgegeven?
Betekenden mijn hulp en bekommernis dan helemaal níets voor jou?
Deels vergeef ik het je, omdat je niet weet wat er wérkelijk in mij omgaat en hoeveel ik je oprecht heb gemist.
Dat andere deel vergeef ik je ook, want ik hou van je.
Maar pas op, broertje: vergéven is niet vergéten ...