Een Testament voor de dood-
Dood, U kruipt als duister in mijn hoofd
schenkt mij gif en zuur als bloed en stof
zwak zijn mijn handen, inert mijn schrijven
Dood, dit is geen altaar van lust of lof!?
Ik offer mijn lijf, mijn pen, mijn geschrift;
En U, u oppert leegte, Eenzaam is mijn nacht
Treurig oogt deze trieste drift
Niets meer dan dat, niets meer dan de neergang
Het lichaam op de lakens, koud mijn voet en lip
De ijle lucht snijdt mijn vlees, de tere ziel ontbloot
Ontreddert en verslagen, bedroefd en gebroken
In een graf van veren rust verward - het hoofd
Dapper is toch het hart, dat nog moedig klopt
In het zwakke borst van dit vege lijf
Mijn laatste adem, mijn laatste slag
Mijn laatste woord, Ten einde raad;
- Dood voor de dageraad -
f.