9 van de 10 keer
9 van de 10 keer denk ik, ik wil niet meer.
9 van de 10, doet alles zeer.
9 van de 10 keer heeft alles geen zin.
9 van de 10 keer ben ik te min.
En 9 van de 10 keer, denk ik bij mezelf,
was ik 9 van de 10 keer maar weer een meisje van een jaar of elf.