In het donker,
Het tikken van de klok,
Het gespetter van de regen,
Verbreken de stilte van de nacht.
Stil, lig ik,
Kijkend naar de lichtspelingen,
De koplampen van de auto's,
Zichtbaar door de kier van het gordijn.
Al lig ik, o zo stil,
Gedachtes racen door mijn hoofd,
Gebeurtenissen die zijn blijven hangen,
Houden mij wakker in de duisternis.
Herrinneringen, te pijnlijk om bij terug te denken,
Gedachtes, te eng om te vergeten,
Zorgen, die mijn hoofd niet willen verlaten,
Angsten, waarbij ik niet durf te slapen.
Draaiend, woelend onder de denkens,
De zorgen voor morgen verstopt onder mijn kussens,
Tot diep in de nacht naar mijn plafond starend,
Luisterend naar elk geluidje van het huis.
Uiteindelijk val ik in slaap,
Zodat het de volgende avond,
Na een drukke, hectische, moeilijke dag,
Weer opnieuw kan beginnen.