Die dagen dacht ik aan hetgene dat
gebeurde met F en daaromtrend:
-Ze zochten stilte bij elkaar; de dertiger en de tiener
(de oude man en het jonge meisje). Ze wilden weg bij
erotiek en niet meer in die lijve. Ze vonden er stilte niet zo goed.
Zij was Freekje's oudere zus, en hij was haar vader's jongere broer
(en de droom van los hier laten). Als ze van elkaar lazen wat de
ander schreef en stuurde. Maar lopen deden zij niet dat ging niet
samen, zonder stilte zaten er mijlen aan verschil tussen hen, werd
niet gezien een hoofd als punt, ver ver weg, en hield de pas geen
tred nog, wist niet waarheen te stappen. Maar in het weekend
lazen ze elkaars gedichten die ze plaatsten op de site, dat was
hen genoeg al, en nu en dan ene meiltje, dat zegt; ik zag je vandaag
en dan antwoorde de ander terug: en ik jou ook...en weken gingen,
en stil was het in mij...en het kleine meisje groeide op...
Daar dacht ik die dagen aan,
Daaraan en de hele dag aan jou.
de hele dag aan jou...
Ik dacht die dagen later
aan dat gedoe met die vreemde M:
-'Kun je hier wel genoeg ellebogen duwen zo op een dag, om 'savonds
de rust te vinden?'; vroeg ik haar, over het van de grote stad naar hier,
te Venlo komen wonen...Ze zei; 'Nu heb ik jou'. En ik zeo; 'Ohjee...'.
En toen twee jaren later werden net deze zelfde zinnen gezegd maar
toen niet bij het begin, toen bij het einde, bij het einde zoals het eindigde
toen, met haar meelopen met die "sterkere" man, arm in arm. Dezelfde
zinnen en deze nog: 'Kun je zijn ellebogen terug verdragen denk je?'...
Maar dat werd toen weggelachen, weg gelachen en men liep verder;
haar armen waren zo eigenlijk veel te groot hoor haar kleine lijfje, en het
vervreemdend grote ervan was nog niet zo erg, dat ze metgezellen uitzocht
die niet bij haar lijf pastten maar bij de maat armen die ze had...dat liet
haar zelf zo'n pijn hebben, telkens op den duur...
Daar dacht ik dagen later aan,
Daaraan en de hele dag aan jou.
de hele dag aan jou...
/Geen van hen had niet een snee op elke cel /(well, i know what i mean, well,
i know what i mean...) De kilte die de hardwerkende cellen doorvoerd / de warmte
die de herstelwerkzaamheden stralen /(well, i know what i mean, well, i know
what i mean...)
Well, i know what i mean / well, i know what i mean / well, i know that i'm mean for leaving./
Die dagen dacht ik aan al
die snelle E had gebracht en naliet:
E was een wildebras, sprong altijd in het rond...altijd rappe passen, dartelen en
draaien, in de weer en weer weg, liet zichzelve na niet echt...zij zat dan ook niet
in hoofd maar lijf, en slapen deed ze daar ook mee. Het zijn van die mensen die
dromen niet weg van zichzelf enkel mee met hun gaan, gaan op vacantie om te
dromen, dansen om vrij te zijn, wandelen met het hondje aan een koortje, en
bellen alle vrienden snel...te avonden dat een stilte komt. Zij hebben allemaal
duizend vrienden, de een voor dit, de ander dat...maar wezenlijk blijven doen ze
bij geen, want bij geen ligt een rust...een deel rust in het doen, maar geen gehele
rust die enige zoen. En zij kwam bij me aangesprongen, pardoes zo toevallig
kwam ze te mijn schoot hier neer, wat zat ze zacht, wat sprak ze opgetogen en
vrijuit...Te delen viel er weinig, voor ons op den duur; ze kuste me om me te
kussen, droomde me mee naar Spaanse vacantie's...en telkens viel ik mijn
eigen dromen uit...zat ik stil en gaf maar mee, al hield ik nooit haar passen bij...
Dat ik daar aan dacht deze dagen,
aan dat en zo veel aan jou.
de hele dag steeds zoveel aan jou...
Ik zat die dagen te denken, denken
steeds;die A was toch ook zoiets:
Die A was mij altijd zo na...altijd na en zo dichtbij. Maar met het vorderen van de
tijd zag ik in waar ik haar gezien had, waar ik haar ontmoette en waar ze steeds
en enkel bleef. A was vergroeid met de kroeg, daar kon ze zijn en leefde ze heel
blij, maar als A weg was uit het rumoer van de menigte, daar waar ik haar later
graag eens sprak, dan zat A te immense stilte...te nagalm slechts van jaren aan
rumoer...oren suizend, ogen flikkerend; de lampen van de disco. A zag me te
kroeg minder en minder, zitten in mijn hoek, aan de bar begaf ik mij meer zelden,
op de dansvloer stond ik volkomen stil welaan. Bij de ingang voelde ik de tocht, en
te praatgroepjes zo luid sprekend de muziek te overstemmen, hoorde ik veelal
slechts de muziek nog op de achtergrond. Het was zonde dat ik niet wist te aarden,
te kroeg en de mensen daar...A zag me langzaam wegglippen, en ik zag A steeds
verderweg...naar mij staan kijken, en van pijn voelen dat ze niet mee kon, en
met eenzelfde pijn verdween ik in de boven de dansvloer hangende glitterbol,
voelende, voelende, dat ikzelf geen glim meer gaf...
Dat dat deze dagen dofte
dat te zien en jou
de hele dag maar jou...
/Geen van hen had niet een snee op elke cel /(well, i know what i mean, well,
i know what i mean...) De kilte die de hardwerkende cellen doorvoerd / de warmte
die de herstelwerkzaamheden stralen /(well, i know what i mean, well, i know
what i mean...)
Well, i know what i mean / well, i know what i mean / well, i know that i'm mean for leaving./
Dagen aan denken, ik dacht nog dat
dat met L als jarenoud al nu weereens beleefd:
Want L kwam, zomaar uit de mist, zomaar uit de mist en wist, verdomde goed
wat ze kwam halen. Zo goed wist ze wat ze wilde, dat meekopen voor mij veel
makkelijker leek, en jeetje liep ik toch makkelijk mee, en ook zo ver, zo eigenlijk
veel te ver en snel, mee, mee met haar die alles veel te goed wist...Maar toen
bleef ze weg en liet mij achter, man, wat was ik toen een wachter!... elke dag was
me een week, en elke gis-gedachte een boek aan giftige prachten, ik schreef te
mijn hoofd ervan zo veel te veel, maar toen kwam ze terug ineens om uit te leggen,
uit te leggen wat haar deed weg doen blijven. En ineens zag ik waarom het meisje
in de mist zo duidelijk had gestaan. Ineens begreep ik waarom dat lijf zo daadkrachtig
naar me toe was gelopen, me zo stevig vastpakte alsom nooit los te laten meer: ze
kon het doen want het was tevergeefs, te vergeven was ze niet...de vrijheid die ik
in haar zag was een gevangenis...ze was door het raampje weggeklommen, rende
door de mist en viel in het eerste de beste lijf... maar men is haar terug gaan halen,
en, God weet waarom, ze liet zich weer vrijwillig opsluiten, denk weer dat dat haar
thuis daar is. In mijn hoofd zie ik haar naar het raampje staren, en in mijn hoofd van
in haar daar, hoor ik dat ze me laat zeggen; 'Iemand in de wereld houdt van mij...'.
Dat ik mij dat daar hoor zeggen, stelt mijzelf niet echt gerust...
Dat ik daar dan nog aan denk,
daaraan en zo veel niet meer
dan aan jou, dan aan jou...
Grijze dagen in de Winter maanden
Enkel I, enkel I gaf me een blik op mij:
Want I...ach, I werd zo verliefd op mij, zo echt werden er nooit mensen verliefd.
Niet op mij en niet op elkeen ander. I was zo heel erg als ik ben dat er van alle
grenzen niets meer overbleef. -Eerst heb ik me laten betoveren met je aandacht
en je woorden. Meteen vanaf dat moment ben ik langzaam met tussenstapjes
gereduceerd tot 'niets'. kusje....niemand.- Dat schreef ze me vandaag. Ik kan daar
niets aan toevoegen noch over zeggen, ik mis haar evenzo een boel, ik vrees ze
ziet dat niet aan mij. Er valt niets meer over te zeggen...dan dat me haar die pijn
doen spijt. Dat ik van dat spijten zit nog stil, en ook terugdenk steeds aan die tijd
dat samen de pijn juist verre van nog aanwezig was. En ik, ik ben een vreselijk
iemand, ik, ik ben een gedrocht aan mens-zijn...; Ik kon mijn werkelijke hart niet
geven, wat ik haar gaf was nergens alle geven, maar overal hier wel alles nemen,
en dat ik passen liep door haar. Ik ben werkelijkwaar de vreselijkste mens op aarde...
en te vergeven ben ik niet...dat ik te vergeven ben niet...
als slechts de hele dag aan jou
slechts de hele dag aan jou...
(/And..: Well, i know what i mean / well, i know what i mean /
Well, i know what i mean / well, i know what i mean /
Well, i know that i'm mean for leaving./)
(voor hen die zich hierzelf in herkennen:
Ik hoop dat jullie vooral zien dat ik mezelf ik jullie herken.
I love you all.)