een vloed van angst overspoelt me
wanneer ik zie
dat we alleen in de kamer zijn.
Ik probeer de kalmte te bewaren
en onderneem ondertussen een poging
om aan zijn handen te ontsnappen.
Teleurstelling
poging mislukt
"got'cha" denkt hij.
Hij heeft een dodelijke glimlach om zijn mond.
Paniek!
Hij gooit me op bed
en neemt me in zijn greep.
Hoe feller ik los probeer te komen,
hoe meer zijn kracht de mijne overstemt.
Ik wil schreeuwen
maar de woorden blijven steken.
Ik voel me hulpeloos.
Toch blijf ik tegenpruttelen,
maar mijn kracht is niet oneindig.
Doodsbang en stikkapot geef ik me over.
Bibberend van de angst onderga ik zijn aanrakingen
ik voel me vies, gebruikt..
Hij is als een vogelspin
die geen levenloze prooien aanvaardt,
want na een paar minuten
verslapt hij de greep.
Ik loop met open ogen in de val.
Want op het moment dat ik ontsnappen wil
versterkt hij zijn greep
en verschijnt die afschuwelijke glimlach weer.
Ik zie dat hij geniet van mijn angst.
Voetstappen op de gang.
Mijn redding.
Hij laat me los en ik vlucht.
Ik voel me absoluut niet veilig,
nergens.
Ik zoek het gezelschap van mijn ouders op
en doe zo normaal mogelijk.
Hij blijft op zijn kamer, de lichten uit.
Mijn hart geeft het bijna op
wanneer mijn ouders zeggen
dat het bedtijd is.
Want dat wil zeggen dat ik heel alleen
door de donkere gang, langs zijn kamer doormoet.
Op mijn tenen loop ik zo licht en zo vlug mogelijk
naar mijn kamer, waar ik opgelucht de deur achter me dichttrek..
Ik kruip onder de dekens en
ga verschrikt rechtop zitten
wanneer ik voetstappen hoor..
Ik probeer te slapen, maar het lukt me niet
ik voel me hulpeloos, bedreigd.