Hoog op de berg
bijna onzichtbaar
kijk ik met moeite
naar het gewoel
dat ik eens deelde
nu zie ik toe
maar in mijn hart
zou ik mee willen doen
te hoog om het kleine
dagelijks leven
mee te beleven
een soort van god
spui ik wijsheden
in het luchtledig
luister nu en dan
naar de echo van toen
de hartstochtelijk liefdes
de voldoening en spijt
de lenigheid die
ik voor lief nam
het werk zo belangrijk
onmisbaar het scheen
ik lach en ik weet
dat ik de nagalm zal horen