je was zo lief, ik was je hartedief.
ik was nog klein en begreep niet veel.
op een dag kwam jij niet thuis.
je kwam niet eten en niet slapen.
mama weende en pas later begreep ik
dat ik je nooit meer zou zien.
maar weet één ding:
je blijft in m'n klein, fijn hartje
tot ik van god de hemelpoorten
doormag om jou te omhelzen!