Er waren ziverkleurige bloemen.
En een graspriet in mijn mond.
Toen ik in je ogen staarde.
Leek wel of mijn hart stil stond.
Ik kon mijn ogen niet geloven. maar wat ik zag was echt.
Ik zag dat je tegen me praate.
Ik was opslag weg.
Want liefde zit van binnen.
Wie snap dat dan toch niet.
Ik wou dat tegen je zeggen.
maar kon dat gewoon niet.
Ik hou met heel met hart van jou.
ik ben op you verliefd.