‘s Avonds als ze wakker ligt
In lange stille nachten
De echte wereld achter zich
Verzonken in gedachten
‘s Avonds als ze slapen wil
De rust maar niet kan vinden
Donker, koud en ijzig stil
Zoekt zij naar haar beminde
‘s Avonds in haar warme rust
Droomt zij van ware liefde
De minnaar die haar teder kust
De prins die zij verdiende
‘s Avonds slaapt ze heel alleen
En volgt ze haar verlangen
De liefde; puur en zo sereen
In dromen slechts gevangen
‘s Morgens als ze weer ontwaakt
In eenzaamheid verweven
Haar ziel zo leeg, haar lichaam naakt
Droomt ze nog, heel even...
Ze komt tot de conclusie
Dat liefde; echt en puur
Niet leidt tot desillusies
Maar tot het laatste uur