mijn dank gaat uit naar u allen
voor het plezier, de attenties
en bovenal de onvoorwaardelijke, blinde trouw
ik bezweer u
dat u mij deel waart
en alomtegenwoordig vervuild hebt
met uw nabijheid
u allen, allemaal
zijn mij genegen
en dragen mijn blik die jullie
voor immer en altijd
in de ogen zal stralen
als seizoensverloochenende
zonnebrilkijkers
altijd zal ik u herkennen
als in herinneringen,
onuitwisbaar
in mijn gedachten gegraveerd
maar alleen en zonder u
moet ik gaan
ik verlaat niets, niemand, nergens
maar volg enkel
de sigarettenvingers van mijn hand
die me als wegwijzers leiden
naar het mij welbekende onbekende
en jij, o god, jij
jij alleen
doet mijn bloed stromen
recht naar mijn hart
dat pompeus voor je klopt
en telkens opnieuw inslaat
als een explosie van confetti
mijn carnaval van liefde
voor jou
ik ga nu
en blijf