toen de nacht mijn zicht wegnam
en een duisternis voor eeuwig in gedachten kwam
lachte ik zo zeer en zo schaterend als ik kon
omdat ik eindelijk het licht overwon
ik zie niets meer maar hoor het wel
van een speld die valt tot een luide bel
een overdonderende stilte is mijn angst
want het gehoor van geen geluid maakt mij het bangst
ik kan dan wel niets zien maar heb wel gehoor
ja zelf het geluid van jouw adem ken ik al door en door
ik zie niets maar weet genoeg van geluid
zo stop ik met praten en roep het niet meer uit
ik zwijg voortaan
...