Geketend aan een naakte rots
schenk de wereld aan een
witter wordend vuur
De hardste aller sterren nadert
reeds verschroeit de lucht rond mij
en mijn kleding, huid en haar verdorren
tot een stofwolk, een belemmering
Ik adem pyroclastische stormen in,
de kosmos wordende.
Zonnen sterven niet, ze branden
ijskoud door de eeuwigheden heen
ik doorlicht verlichting
Hierbuiten in dit zwijgend universum
Waar ik vernietigend gons
Door alle zwarte gaten.