Jij die daar altijd stond,
Jou gezicht dat ik altijd tegen kom,
De lach die me naar boven doet zweven,
Jij die mijn hart deed groeien en branden,
Door jou sta ik vol bewondering
aan de grond genageld.
Door jou ben ik zo verliefd,
Door jou kan ik van je houden
Zoals een mens het meest van een
ander kan houden,
Ik denk aan jou elke dag,
Door jou leefde ik elke dag.
Waarom schreeuwd het hier vanbinnen,
Waarrom leef ik niet meer,
Wat is er toch gebeurd,
Geef mijn leven en geluk weer hier,
Want mijn hart is gebroken en ik bloed dood.
P.B. 2001 (Belgium, Hasselt)