Ik geef je mijn liefde,
Ik blijf in je schaduw lopen,
Ik geef je kansen,
Ga je gang, ik dek je wel,
Ik doe je geen pijn,
Ook al verteld het verleden je dat het wel zo zal zijn,
Ook ik voel me soms machteloos,
En ook ik voel me soms jaloers en boos,
Maar de gedachte in mijn achterhoofd dat het wel goed zal zijn,
Dat houdt mij op de been,
En dat gevoel voelt zo fijn,
En zo ongelooflijk goed,
Misschien is het de manier waarop je dingen doet,
Waarop je me aankijkt als ik naast je wakker word,
Je glanzende diepe ogen,
Me aanstarend, heel diep en onbewogen,
In de weerspiegeling zie ik die dwaas,
Die zijn hart heeft verloren en bij jou heeft opgeborgen,
Maar deze dwaas weet wat hij heeft,
En is dankbaar voor wat hij in zijn verleden heeft beleefd,
Om nu deze parel te houden, en te vertrouwen,
Heeft hij eerlijkheid en waarheid nodig om op te bouwen,