.
Bij de inscheping voor de reis naar het front
bad Roxane hem om zijn beschermend vertrouwen :
“Alstublieft, kapitein, zorg dat hij zich niet verwondt !
Ik hoop uit mijn hart dat ik op U mag bouwen”
Cyrano gaf zijn woord en dat houdt hij gestand.
Want rechtschapenheid is zijn hoogste gebod.
Maar diep in zijn binnenste is er iets dat brandt
“Mijn neus is mijn eeuwig gedoemde noodlot ! ”
De afgewende ogen verraden de gêne :
het zwijgzame gevolg verzinkt in gepeins.
Cyrano’s veer schetst krassend zijn pijnen
in de jamben van een nieuw alexandrijn
(wordt vervolgd)
.