Ze roept me
Haar schelle stem schraapt
de kalk van mijn botten
Ik ril
en kijk in de spiegel
Vol en stralend
Ben ik dat
Hoort een mensenlichaam
geen lijnen, geen hoeken te hebben
Haar hand drukt
Maakt van mijn lijf een pion
Ze speelt met me
Zal me op haar bordspel zetten
Daar bestaan immers geen meisjes
Enkel skeletten