ik weet het niet meer.
me kop doet zeer.
zeer van al dat denken.
steeds denk ik aan jou.
ik weet het niet meer.
me hart slaat op hol.
ik weet niet wat ik moet doen.
wat gebeurd er met me van binnen.
ik weet het niet meer.
me kop doet zeer.
zeer van al dat denken.
ik ben nooit egt rustig.
maar bij jou is het anders.
kende het niet, rustig.
en nu ben ik bij jou zo.
het voeld anders.
ik heb dit gevoel nooit gehad, niet zo.
ik weet het niet meer.
me kop doet zeer.
zeer van al dat denken.
wat moet ik doen?
ik wil het wel tegen je zeggen.
maar het lukt me niet.
ik weet het niet;
je weet niet wie ik bedoel.
en eigenlijk wat heb je er aan.
regelrecht uit me hart voel ik het.
ookal weet ik dat het moet.
eigenlijk wil ik wel maar lukt het niet.
nooit heb ik dit zo gehad.
ik weet het niet meer.
me kop doet zeer.
zeer van al dat denken.
altijd kon ik zeggen wat ik voelde maar nu?
het is anders.
egt heel anders.
steeds zei ik het maar het liep fout.
heb geen zin meer in fouten.
ik wil vrolijk door leven.
vrolijk door me leven.
ik weet het niet meer.
me kop doet zeer.
zeer van al dat denken.
-xxx-
marita