Leven met de dood
Er was eens een vent
Die niets anders kent
Dan alles wat niet leven wil
Alles dood en stil
Niets kennend van buiten en alles eromheen
En niets wetend van de zon die overdag scheen
Opgesloten in zijn eigen wereld, op zijn eigen plek
Opgesloten als een hond achter een hek
Nu zorgeloos in eigen graf
En achteraf bleek dat toch iemand om hem gaf
Maar dat was iets wat deze vent blijkbaar niet zag