Jou blik.
Jou blik, jou ogen jou pijn.
Maar vooral jou blik,
hij is zo onwerkelijk, zo dichtbij.
Hij is zo ongelofelijk groot en tegelijk zo ontzettend klein.
Hij is zo zelfverzekerd en toch vol onzekerheid.
Je verleden raak je door te praten niet kwijt.
In je blik lees ik teleurstelling, schuld, spijt.
Jou blik, zo donker, zo koud en alleen.
Een gevoel van angst schuilt over je heen.
Plots verdween de vreugde van zo pas,
en was het pijn wat ik in je ogen las.
Jou blik zo helder, je ogen zo mooi, je pijn zo tastbaar.
Je vreugde, onverklaarbaar.