u schiep de mens in mij,
u liet papavers in mijn wereld groeien,
u kneedde de ijstop van mijn hoogste berg,
u kan scheppen , zijn , in mijn woestijn.
ik ben als onkruid,
groeiend in uw hemels bloemenveld,
ik ben rustverstoorder
in uw stille bos.
Doch ben ik ook
een groen grassprietje broos
maar ik ben er voor u
met de wil m'n leven voor u te geven.
jij bent mijn leven
en mijn hel.
jij bent mijn dood
en hemel.