ik kijk droevig naar de hemel,
naar de fonkelende sterren.
mijn kind,
zou jij er ééntje zijn,
of een engeltje mischien.
er komen van alle vragen,
ben je wel gelukkig
ben je nog hoe ik mij
jou herriner.
zie je mij ,je mam.
vragen waar ik nooit,
een antwoord op krijg.
mijn kind,
de herrinering doet pijn,
een traan verdwijnt in het duister,
ik zie hem glinsteren.
het is net of je wilt mij iets zeggen,
ik voel een vlaagje wind,
zachtjes langs mijn wang glijden,
ik word rustig,voel de band,
ik weet nu dat je over ons waakt.
nog éénmaal kijk ik naar de sterren,
voor ik ga slapen,
met in men gedachten mijn kind
slaap zacht.